‘Doelsturing is iemand vragen om het eindresultaat, zonder daarbij op te leggen hoe iemand dat resultaat haalt. Middelsturing is een taak aanwijzen die iemand stap voor stap volgens opgelegde instructies moet uitvoeren. In het onderwijs zie je dat ook. Als iemand nog taakonbekwaam is, krijg je stap voor stap instructies. Is iemand volleerd? Dan vraag je alleen om het eindresultaat’, zo legt Krijn Poppe doelsturing uit. Iets wat hij in zijn indrukwekkende carrière regelmatig tegenkwam. Na zijn jeugd op een akkerbouwbedrijf in Flevoland en zijn studie Economie heeft Krijn Poppe ruim veertig jaar bij Wageningen Economic Research en haar voorgangers gewerkt. Ook al is hij inmiddels met pensioen, stilzitten is er voor de bevlogen verteller niet bij. Nog steeds staat hij als raadslid de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) wekelijks bij op ingewikkelde vraagstukken, heeft hij recent meegeschreven aan het boek ‘Daarom zijn boeren boos’ en schrijft hij bijna dagelijks een blog.
Doelsturing is van alle tijden
Om maar gelijk het eerste misverstand uit de wereld te helpen, doelsturing is niet nieuw. ‘Ik heb nog meegebouwd aan MINAS, het mineralenaangiftesysteem wat ook al uitging van doelsturing. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden’, aldus Krijn, die daarbij verschil ziet in de bestuurlijke culturen. ‘De Europese Unie is wat bureaucratischer, daarom neigen ze in Brussel wat sneller naar middelsturing. Iets dat je ook ziet in de huidige Nederlandse politiek. Je moet je enorm verantwoorden, anders word je al snel afgestraft. Dit speelt zeker in het milieudossier, waardoor de politiek sneller neigt naar middelsturing’, merkt Krijn. Toch klinkt hier ook op het landbouwdossier steeds vaker het woord doelsturing. Zo ziet Thom van Campen, Tweede Kamerlid VVD, doelsturing als concreet instrument voor het realiseren van duurzame landbouw. En daar is Krijn het mee eens. ‘Doelsturing kan een belangrijke bijdrage leveren aan de opgaves die er liggen op het gebied van landbouw en milieu. Maar het is geen duizenddingendoekje. De opgaves blijven staan, net als vraag: wie betaalt de rekening van de inspanningen die we als totale samenleving moeten doen?’