Politiek & Platteland: Thom van Campen, Tweede Kamerlid VVD

20 februari 2025

Het platteland staat voor grote uitdagingen en om te kunnen komen tot toekomstbestendige oplossingen, is verbinding tussen beleid en praktijk, tussen boeren en bewoners en tussen verschillende generaties, cruciaal. Om de voelbare kloof tussen politiek en platteland te verkleinen gaan we de komende tijd, aan de hand van vaste vragen en stellingen, in gesprek met diverse Tweede Kamerleden. Hoe kunnen we vertrouwen, begrip en samenwerking creëren en daarmee bijdragen aan duurzame oplossingen en een leefbare landelijke omgeving?

Thom van Campen, Tweede Kamerlid VVD

Thom zet zich in voor een betere balans tussen landbouw en natuur door boeren ruimte te geven voor innovatie en duurzame voedselproductie. Hij pleit voor duidelijke grenzen, met aandacht voor dierenwelzijn en eerlijke beloning voor boeren. Zo hoopt hij de rust te herstellen en Nederland leefbaar te houden voor iedereen.

Wat is jouw binding met het platteland?

‘Ik waardeer de rust, de schoonheid en natuur van het platteland’ reageert Thom direct. ‘Daarnaast spreekt het ‘noaberschap’, zoals we dat in het Oosten van het land noemen, me heel erg aan. De onderlinge betrokkenheid, het feit dat mensen omzien naar elkaar en zaken met elkaar organiseren in plaats van direct naar de overheid te kijken. Ik ben zelf niet opgegroeid op het platteland maar in Doetinchem, de hoofdstad van de Achterhoek’, klinkt het gekscherend. ‘Ik woon daar inmiddels niet meer maar ik kom er nog regelmatig en voel me met de regio verbonden.’

Hoewel er regelmatig gesproken wordt over de kloof tussen stad en platteland, is Thom van mening dat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en niet zonder elkaar kunnen. ‘De stad biedt voorzieningen die plattelandsbewoners nodig hebben zoals een ziekenhuis of bepaalde winkelvoorzieningen. Andersom hebben mensen uit de stad het platteland nodig voor hun voedselvoorziening en voor het vinden van rust en natuur,’ benadrukt hij.

Wat is voor jou duurzame landbouw en hoe realiseren we dat?

‘Voor mij betekent duurzame landbouw dat agrarische bedrijven er alles aan doen om de uitstoot van verontreinigde stoffen naar lucht, water en bodem te verminderen. Dit kan per ondernemer verschillen, maar de focus moet liggen op het verlagen van de milieu-impact. Daarbij realiseer ik me heel goed dat we in de afgelopen tien jaar de ondernemers onvoldoende middelen hebben gegeven om hun bedrijfsvoering echt duurzaam in te richten’, bekent Thom. ‘Vanuit de VVD willen we ondernemers graag de maximale ruimte geven om hun bedrijf vorm te geven zoals zij dat willen. Daarnaast hebben we ze gestimuleerd om uit te breiden waarbij een melding bij de provincie voldoende moest zijn. Achteraf moeten we constateren dat we te weinig hebben gekeken naar de impact op het milieu en de bescherming van de natuur, waardoor nu veel landbouwbedrijven geen geldige natuurvergunning hebben. We hadden destijds dus duidelijker kaders moeten stellen, zodat boeren eerder de juiste maatregelen hadden genomen en nu niet in onzekerheid zouden verkeren’, constateert hij.

Met deze les uit het verleden stelt Thom vast dat het voor het realiseren van duurzame landbouw belangrijk is dat de overheid heldere richtlijnen biedt en boeren ondersteunt met concrete instrumenten, zoals doelsturing en afrekenbare stoffenbalansen. ‘Ik snap heel goed dat sommige ondernemers weerstand hebben tegen regelgeving, want daarvoor word je immers geen ondernemer. Maar regelgeving is wel noodzakelijk om binnen de beperkte ruimte van Nederland zorgvuldig om te gaan met landbouw en natuur.’

‘Ik snap heel goed dat sommige ondernemers weerstand hebben tegen regelgeving, want daarvoor word je immers geen ondernemer. Maar regelgeving is wel noodzakelijk om binnen de beperkte ruimte van Nederland zorgvuldig om te gaan met landbouw en natuur.’

Plattelandsbewoners weten zelf het beste wat er nodig is voor een leefbaar platteland.

Thom beaamt deze stelling en bevestigt dat plattelandsbewoners over het algemeen de overheid niet nodig hebben om hun leefomgeving leefbaar te houden. ‘Wel zien we dat ze van de overheid duidelijke richtlijnen en tools nodig hebben om zelf te kunnen werken aan een leefbaar platteland. Een levendig bedrijfsleven en een bloeiende agrarische sector is hiervoor essentieel, niet alleen economisch, maar ook voor het behoud van het landschap en het sociale leven in dorpen en buurtschappen.’ Thom illustreert dit met een voorbeeld. ‘Afgelopen zomer heb ik een rondreis door West-Frankrijk gemaakt waar de verschraling en leegloop van het platteland duidelijk zichtbaar is. Ik moet er niet aan denken dat we in Nederland in een situatie terechtkomen dat er te weinig boeren zijn om ons cultuurlandschap te beheren.’

Tegelijkertijd constateert hij ook dat een goed verdienmodel een randvoorwaarde voor boeren is om te kunnen bijdragen aan een duurzaam en leefbaar platteland. ‘Daarbij is het wel goed dat we ons realiseren dat Nederlandse boeren opereren in een land met extreem hoge grondprijzen en dat ze moeten concurreren op de wereldmarkt. Dit vraagt om een heroverweging van verdienmodellen, waarbij niet alleen productiemaximalisatie en concurrerend zijn op de wereldmarkt telt. Het is belangrijk dat de overheid hierin faciliteert en een eerlijke beloning biedt voor agrarisch natuurbeheer.’

De energietransitie heeft een negatieve invloed op de leefbaarheid op het platteland.

‘Ik denk dat de energietransitie juist kansen biedt voor het platteland en ik zie ook voorbeelden van mooie duurzame initiatieven zoals bijvoorbeeld het verwarmen van huizen met biogas uit mestvergisting. Dit biedt boeren de kans om te laten zien dat ze met hun restproduct kunnen zorgen voor duurzame energie om woonwijken en dorpen te verwarmen. Daarnaast worden we daarmee minder afhankelijk van buitenlandse regimes. Het is hierbij wel cruciaal dat bewoners zien wat het hen oplevert, bijvoorbeeld lagere energiekosten en een duurzamer dorp’, benadrukt Thom.

Toch kan het organiseren van lokaal eigendom lastig zijn omdat het realiseren van energiecoöperaties en verduurzamingsprojecten expertise vereisen die bewoners en boeren vaak niet zelf hebben. Thom reageert daarop door te wijzen op de glastuinbouw. ‘Voor andere sectoren kan de energietransitie binnen de glastuinbouw misschien als inspiratie dienen, hoe ondernemers en bewoners zich beter kunnen organiseren en samenwerken in de energietransitie.’

'Ik mis in de agrarische sector zelf ook wel een stukje leiderschap om een duidelijke koers te bepalen. Ondernemers moeten niet willen dat de politiek hen voorschrijft hoe ze hun bedrijf moeten runnen, maar er moet wel een gezamenlijke visie zijn op een toekomstbestendige landbouw.’

Welke rol speelt de landbouw in het veranderende klimaat?

‘Ik zie en hoor in mijn werk dat klimaatverandering een directe impact heeft op de landbouw, vooral in kustgebieden waar verzilting bepaalde teelten onmogelijk maakt en in andere regio’s waar droogte toeneemt. Boeren moeten zich hierop aanpassen, maar ik realiseer me dat dat niet eenvoudig is’, onderkent Thom. ‘Het is belangrijk om met elkaar de open discussies te voeren over de beperkingen waar boeren tegenaan lopen en wat zij van de overheid nodig hebben om met die nieuwe omstandigheden toch op een goede manier voedsel te kunnen produceren. Dit vraagt om een realistische en pragmatische aanpak waarbij we kijken in welke gebieden iets wel en in welke gebieden iets niet kan. Of zoals Johan Remkes al zei: niet alles kan overal.’

‘Ondernemerschap in de agrarische sector vraagt om meer dan alleen productie, het gaat ook om verantwoordelijkheid voor de omgeving en toekomstbestendigheid’, gaat Thom verder. ‘Dat zie je bijvoorbeeld terug in banken die pas financieren als er ook sprake is van klimaat- en toekomstbestendigheid. Ik ben een liberaal en hou niet van regels en van beperkingen. Maar het is noodzakelijk om structurele problemen tijdig aan te pakken en het echte eerlijke verhaal te vertellen aan mensen’, benadrukt hij. ‘Te lang uitstel leidt tot nog grotere uitdagingen, zoals de recente rechterlijke uitspraken over stikstof aantonen. Het vertrouwen in de overheid is laag. Dat spijt me maar ik begrijp het ook. De sector werd jarenlang gerustgesteld terwijl de realiteit nu hard binnenkomt. Maar eerlijk gezegd mis ik in de agrarische sector zelf ook wel een stukje leiderschap om een duidelijke koers te bepalen. Ondernemers moeten niet willen dat de politiek hen voorschrijft hoe ze hun bedrijf moeten runnen, maar er moet wel een gezamenlijke visie zijn op een toekomstbestendige landbouw.’

Hoe kijk jij naar de kloof tussen politiek en platteland en hoe kunnen (en willen) we de afstand overbruggen?

Volgens Thom is de kloof tussen politiek en platteland deels ontstaan door een gebrek aan wederzijds begrip en duidelijke communicatie. ‘Het is cruciaal om te blijven luisteren naar de praktijkverhalen van ondernemers en de mensen op het platteland en ook om eerlijk de discussie te voeren over de verschillen en waar die vandaan komen. Niemand is er bij gebaat als we elkaar te veel naar de mond praten. Dat is ook niet nodig want boeren en ondernemers in de agrarische sector zijn vaak vooruitstrevend en vindingrijk genoeg om zelf oplossingen te vinden voor de uitdagingen die we hebben’, klinkt het positief. ‘Maar boeren hebben wel duidelijkheid nodig over de regelgeving, tijd nodig om zich aan te passen en financiële ondersteuning en perspectief om duurzaam te kunnen ondernemen.’

Heb je vragen over onze rubriek Politiek & Platteland?

Neem contact op met Stimulander Ingrid Jansen