Thom van Campen, Tweede Kamerlid VVD
Thom zet zich in voor een betere balans tussen landbouw en natuur door boeren ruimte te geven voor innovatie en duurzame voedselproductie. Hij pleit voor duidelijke grenzen, met aandacht voor dierenwelzijn en eerlijke beloning voor boeren. Zo hoopt hij de rust te herstellen en Nederland leefbaar te houden voor iedereen.
Wat is jouw binding met het platteland?
‘Ik waardeer de rust, de schoonheid en natuur van het platteland’ reageert Thom direct. ‘Daarnaast spreekt het ‘noaberschap’, zoals we dat in het Oosten van het land noemen, me heel erg aan. De onderlinge betrokkenheid, het feit dat mensen omzien naar elkaar en zaken met elkaar organiseren in plaats van direct naar de overheid te kijken. Ik ben zelf niet opgegroeid op het platteland maar in Doetinchem, de hoofdstad van de Achterhoek’, klinkt het gekscherend. ‘Ik woon daar inmiddels niet meer maar ik kom er nog regelmatig en voel me met de regio verbonden.’
Hoewel er regelmatig gesproken wordt over de kloof tussen stad en platteland, is Thom van mening dat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en niet zonder elkaar kunnen. ‘De stad biedt voorzieningen die plattelandsbewoners nodig hebben zoals een ziekenhuis of bepaalde winkelvoorzieningen. Andersom hebben mensen uit de stad het platteland nodig voor hun voedselvoorziening en voor het vinden van rust en natuur,’ benadrukt hij.
Wat is voor jou duurzame landbouw en hoe realiseren we dat?
‘Voor mij betekent duurzame landbouw dat agrarische bedrijven er alles aan doen om de uitstoot van verontreinigde stoffen naar lucht, water en bodem te verminderen. Dit kan per ondernemer verschillen, maar de focus moet liggen op het verlagen van de milieu-impact. Daarbij realiseer ik me heel goed dat we in de afgelopen tien jaar de ondernemers onvoldoende middelen hebben gegeven om hun bedrijfsvoering echt duurzaam in te richten’, bekent Thom. ‘Vanuit de VVD willen we ondernemers graag de maximale ruimte geven om hun bedrijf vorm te geven zoals zij dat willen. Daarnaast hebben we ze gestimuleerd om uit te breiden waarbij een melding bij de provincie voldoende moest zijn. Achteraf moeten we constateren dat we te weinig hebben gekeken naar de impact op het milieu en de bescherming van de natuur, waardoor nu veel landbouwbedrijven geen geldige natuurvergunning hebben. We hadden destijds dus duidelijker kaders moeten stellen, zodat boeren eerder de juiste maatregelen hadden genomen en nu niet in onzekerheid zouden verkeren’, constateert hij.
Met deze les uit het verleden stelt Thom vast dat het voor het realiseren van duurzame landbouw belangrijk is dat de overheid heldere richtlijnen biedt en boeren ondersteunt met concrete instrumenten, zoals doelsturing en afrekenbare stoffenbalansen. ‘Ik snap heel goed dat sommige ondernemers weerstand hebben tegen regelgeving, want daarvoor word je immers geen ondernemer. Maar regelgeving is wel noodzakelijk om binnen de beperkte ruimte van Nederland zorgvuldig om te gaan met landbouw en natuur.’