Hank : “Tijdens deze Werkplaats staat de vraag centraal hoe we met de uitdagingen rondom biodiversiteit in het landelijk gebied een verdienmodel kunnen krijgen dat niet alleen de natuur en het landschap, maar ook het boerenbedrijf ten goede komt. Dat vraagt om kennis, om inzichten, maar het vraagt zeer zeker ook om begrip voor elkaars belangen en standpunten. En, logisch, maar je zou het bijna vergeten dezer dagen: dat er interesse is in elkaars opvattingen en belangen.”
Verandering broodnodig
Volgens Hank is de manier waarop wij in Nederland ons voedsel produceren niet meer houdbaar. “De uitputting van de natuurlijke hulpbronnen, het overmatige gebruik van pesticiden en kunstmest, de vervuiling van bodem, water en lucht: we ondervinden daar als maatschappij steeds meer hinder van. Het is hoog tijd om te boeren mét de natuur in plaats van tégen de natuur. We moeten toegroeien naar een landbouw die in balans is met de draagkracht van de omgeving. Dat gaat niet zonder slag of stoot. We hebben boeren hard nodig voor onze voedselproductie (en meer). Tegelijkertijd vragen we van die boeren steeds meer. En dat zonder dat het, op voorhand, altijd duidelijk is dat er voor extra inspanningen betaald zal worden.”
Aanmelden & informatie
Passende vergoeding
“Groenblauwe diensten zijn, uit het perspectief van de boer, relatief logische activiteiten om in te bouwen in de agrarische bedrijfsvoering. Anders dan activiteiten die (in de toekomst) onderdeel uit maken van ‘de landbouw van morgen’. Denk aan kortere ketens, minder kunstmest en bestrijdingsmiddelen en hogere grondwaterstanden die onderdeel zijn van de reguliere bedrijfsvoering. Groenblauwe diensten zijn zaken die de boer organiseert in het kader van zijn of haar maatschappelijke dienstverlening. Daar moet dan ook een passende vergoeding tegenover staan, maar evengoed ook bedrijfszekerheid voor de langere termijn. Zeker is dat groenblauwe diensten ook ‘dienstbaar’ zijn aan het agrarisch bedrijf: biodiversiteit is een productiefactor (zoals arbeid en kapitaal dat zijn), en zonder robuust streekeigen landschap geen optimale biodiversiteit. Maar dat zijn relaties die zich niet gemakkelijk laten kwantificeren, dus moet er een maatschappelijke tegenprestatie zijn voor activiteiten van boeren op dit gebied.”