Sleutels voor gebiedsprocessen - initiatieffase Schuinesloot - de Krim

20 juni 2023

‘Elk gebied is uniek en kent haar eigen dynamiek’, zo staat in de Handreiking Gebiedsprocessen PPLG (Provinciaal Programma Landelijk Gebied) van de provincie Overijssel. Daarom kiest de provincie voor een ‘gebiedsgerichte aanpak’. Deze aanpak maakt specifieke gebiedsdynamieken inzichtelijk, zodat vervolgstappen daarop aansluiten. Dit doen ze in samenwerking met gemeentes, waterschappen, ondernemers, terreinbeherende organisaties en andere betrokken partijen.

Voor het gebied Schuinesloot – De Krim (gemeente Hardenberg) vroeg de provincie Overijssel aan Stimuland om, als onafhankelijke partij, een initiatieffase voorafgaand aan een mogelijk gebiedsproces uit te voeren. De lopende vrijwillige kavelruil Schuinesloot – De Krim, waarbij Stimuland ook betrokken is, was voor de provincie de aanleiding om te kiezen voor dit gebied. Stimulanders Anne Veens en Jan ten Tije voerden deze initiatieffase uit en presenteerden eind mei 2023 de resultaten.

Wat houdt een initiatieffase in?

De provincie Overijssel verdeelt gebiedsprocessen in vijf verschillende fasen, waarvan de initiatieffase de eerste fase is. Op basis van de initiatieffase wordt beoordeeld of een gebiedsproces in een gebied zinvol en haalbaar is en hoe een eventueel gebiedsproces verder geholpen kan worden. De initiatieffase geeft een schets van het gebied en oriënteert op mogelijkheden en benodigdheden voor een eventuele volgende verkennende fase. Hiervoor zochten Anne en Jan antwoord op de vragen: Welke opgaven liggen er in het gebied? Welke afbakening kent het gebied? Wie en welke groepen zijn in het gebied actief? En welke koppelkansen liggen er, bijvoorbeeld bij uitvoering van maatregelen? De uitkomsten van de initiatieffase wil de provincie Overijssel gebruiken om met de betrokkenen in het gebied in gesprek te gaan.

Bureaustudie en kwalitatief onderzoek

Door middel van onder andere een bureaustudie brachten Anne en Jan een aantal eigenschappen van het gebied in kaart. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de cultuurhistorische achtergrond, de bodemtypen en de waterkwaliteit. Vervolgens keken ze of deze eigenschappen mogelijk gelinkt zouden kunnen worden aan de opgaven die er liggen. Welke gaan wel of niet op voor dit gebied? En wat is hierover al gecommuniceerd richting de betrokken partijen? Dit gaf inzicht in eventuele mogelijkheden en onmogelijkheden in het gebied. Ook werd duidelijk wat er nog nodig zal zijn aan informatie, als er een gebiedsproces opgestart zou worden.

Verder voerden de Stimulanders een kwalitatief onderzoek uit door middel van enkele gesprekken met onder andere het waterschap, de gemeente en de kavelruilcommissie. Deze kwalitatieve toevoeging leidde tot een completer en meer realistisch beeld van wat er in het gebied speelt en leeft. Voor een eerstvolgende stap in dit gebied adviseren Anne en Jan ook om vooral in gesprek te gaan met de mensen die wonen en werken in het gebied en met de stakeholders die bij het gebied betrokken zijn.

Concrete aanbevelingen en overkoepelende ‘sleutels’

De opbrengst van deze initiatieffase bestaat uit een aantal mogelijke koppelkansen en concrete gebiedsspecifieke aanbevelingen, zoals het in kaart brengen van de kwaliteit van het oppervlaktewater en het in beeld brengen van de ruimteclaim voor bufferstroken.

Daarnaast bestaat de opbrengst ook uit algemene aanbevelingen of ‘sleutels’ voor succesvolle gebiedsprocessen:

  • Zet de mens centraal, want gebiedsprocessen gaan over mensen. Zorg dat degenen die het aangaat (boeren, bewoners) geraakt worden en betrokken zijn en blijven.
  • Bepaal gebiedsgrenzen en gebiedsgrootte zorgvuldig. Trek geen strakke ‘lijnen, maar breng eerst in kaart wat sociaal-culturele kenmerken zijn en wat op basis daarvan een logische afbakening zou zijn.
  • Neem ook in het vervolgproces de sociaal-economische factoren actief mee en richt je niet uitsluitend op ecologische aspecten. De kans op werkbare, realistische oplossingen en draagvlak wordt groter wanneer je begrijpt wat er speelt onder de mensen in het gebied.
  • Besteed aandacht aan de mate van onderling vertrouwen en werk waar nodig aan herstel van vertrouwen. Kies voor een bottom-up aanpak met gebruik van de energie in het gebied en ruimte voor maatwerk.
  • Faciliteer initiatieven die leiden tot zelforganisatie en lokaal eigenaarschap door bewoners/boeren.

Heb je vragen, of wil je graag eens van gedachten wisselen over gebieds- en participatieprocessen?

Neem contact op met Stimulander Ingrid Jansen