Het Gelders Energieakkoord (GEA)

05 september 2023

In Gelderland 55% minder broeikasgasemissies in 2030 t.o.v. 1990. Dát is de opgave waar de bijna 250 partners van het Gelders Energieakkoord (GEA) zich sinds 2014 voor inzetten. Ze initiëren, programmeren, begeleiden en stimuleren om zo een belangrijke bijdrage te leveren aan de energietransitie en het klimaatbeleid in Gelderland. Daarbij richten ze zich op 4 aandachtsgebieden: 1 – Hernieuwbare bronnen & Participatie, 2 – Mobiliteit & Bereikbaarheid, 3 – Gebouwde omgeving & Bedrijven en 4 – Industrie.

Stimulander Mirjam Arends was een jaar lang programmaregisseur voor destijds het programma Landbouw & Grondgebruik, een thema dat inmiddels aandacht krijgt vanuit meerdere aandachtsgebieden. Jan Emmerzaal, regisseur bij het GEA, en Mirjam vertellen meer over deze samenwerking en over het GEA.

Verbinden en kennis delen

‘We zijn niet zozeer een projectenfabriek’, reageert Jan op de vraag wat het GEA doet. ‘We proberen vooral vraagstukken en eventuele oplossingen die er in de ene hoek van Gelderland zijn, te verbinden met de rest van de provincie zodat er versnelling ontstaat. We kunnen veel leren van elkaar’, benadrukt hij. ‘Daarom verbinden wij partijen en kennis met elkaar, vanuit de verschillende aandachtsgebieden. Dat doen we door bijvoorbeeld werkgroepen op te zetten, Community’s of Practice (CoP) te organiseren of masterclasses te verzorgen. Tegelijkertijd zijn we ons ervan bewust dat er rondom allerlei thema’s al veel wordt georganiseerd. Daarom kijken we steeds kritisch, wat zijn mogelijke nieuwe sporen en welke rol kunnen we daar als GEA in spelen. Geen doublures dus en gericht op duidelijke meerwaarde.’

Energietransitie op het agrarische erf

Op die manier wordt er ook gekeken naar de agrarische sector die voor de uitdaging staat om op meerdere fronten te verduurzamen. Voor het programma Landbouw & Grondgebruik, zoals het in 2022 nog heette, zet het GEA in op 3 sporen. 1 – Vermindering van de CO2-uitstoot door energietransitie op het agrarische erf, 2 – het vastleggen van CO2 in bodem en vegetatie en 3 het verlagen van broeikasgasemissies. ‘Rondom het verlagen van broeikasgasemissies en het vastleggen van koolstof, bestaan er al veel netwerken, platformen en programma’s. Daarom werd besloten om daar vanuit het GEA niet iets nieuws voor te ontwikkelen, maar er wel bij aangehaakt te blijven om kennis te kunnen delen’, legt Mirjam uit. ‘Daardoor lag de focus binnen Landbouw & Grondgebruik op de energietransitie op het agrarische erf en was vooral ook de uitdaging, hoe en op welke manier bereiken we de individuele boer.’

‘We zijn de Gelders thermometer als het gaat om de reductie van CO2-emissie’

Kennisdag duurzame energie

Mirjam dacht na over die laatste vraag en organiseerde vorig jaar in Laren de ‘Kennisdag duurzame energie in de melkveehouderij’. Het zelf opwekken en opslaan van energie en het elektrificeren van het machinepark stond hierin centraal. ‘We organiseerde deze dag samen met de lokale afdelingen van LTO, een lokale energiecorporatie en met een boer en een landbouwmechanisatiebedrijf uit het gebied. Dat bleek een goede formule’, vertelt ze enthousiast. ‘Ik denk dat ruim 100 Achterhoekse melkveehouders inspiratie en kennis kwamen opdoen tijdens deze dag.’ Jan haakt daaropaan: ‘Deze kennisdag, zoals Mirjam hem heeft georganiseerd, was voor ons een eyeopener. Je bereikt bepaalde groepen niet door op een doordeweekse dag een spreker in een zaaltje zijn verhaal te laten houden. Voor boeren blijkt het goed te werken als je iets organiseert met bekende lokale partijen en bij het landbouwmechanisatiebedrijf om de hoek. Het helpt ook als je, zoals Mirjam, letterlijk en figuurlijk de taal spreekt van de doelgroep. Verder was de klik met Mirjam heel goed en was ook in andere opdrachten zeer inzetbaar.’

Zon op land of dak?

Waar richt het GEA zich ten aanzien van de agrarische sector verder op? ‘In de komende periode gaan we met diverse vraagstukken aan de slag, reageert Jan en hij somt op: ‘Moeten we waardevolle landbouwgrond opofferen voor zonnepanelen of zijn zonnepanelen op daken een beter alternatief? En wat bedoelen we dan precies met ‘waardevolle landbouwgrond’? Verder gaan we onderzoeken of grote boeren of loonwerkers een verzorgende rol zouden kunnen hebben naar omliggende woningen. En dan zijn er nog andere onderwerpen zoals de eiwittransitie, biobased bouwmaterialen en de stikstofproblematiek waarvoor er al veel andere initiatieven binnen Gelderland lopen. Momenteel bespreken we alle genoemde onderwerpen met LTO, DuurzaamDoor, Plattelandsjongeren, Commissie Kleine Kernen, Spectrum en de Leefbaarheidsalliantie.’ Verder wil het GEA ook meer aandacht vragen voor de rol van methaan als broeikasgas. Jan: ‘Over het algemeen werd gedacht dat methaan minder schadelijk is dan CO2, omdat het snel afbreekt en minder lang in de atmosfeer blijft. Maar in die korte aanwezigheid brengt methaan wel meer schade toe’, legt hij uit.

Monitor biedt inzicht

Om de verschillende doelen in Gelderland te bereiken is sturingsinformatie onmisbaar. Daarom wordt de voortgang jaarlijks gemeten en vastgelegd in een monitor. ‘Met deze monitor geven we een reëel beeld van zowel de zorgelijke situatie, als van de constructieve voorstellen hoe we samen de gestelde doelen kunnen bereiken’ vertelt Jan, die zichtbaar enthousiast is over de monitor. ‘We zijn als het ware de Gelders thermometer als het gaat om de reductie van CO2-emissie.’

Heb je vragen, of wil je graag eens van gedachten wisselen over het Gelders Energieakkoord?

Neem contact op met Stimulander Mirjam Arends