Plattelandsvraagstuk van de maand: toerisme in Drenthe

Een groepje mensen loopt over de Drentse heide, het zijn toeristen en ze zijn enthousiast over Drenthe. ‘Wat is het hier mooi.’ Met rollende r beschrijven ze het prachtige landschap en dat hoor ik als echte Drent met plezier aan. Totdat één van de jonge vrouwen haar neus een beetje ophaalt en om zich heen kijkt alsof ze iets smerigs ruikt. ‘Ik snap alleen niet waarom er niet meer voorzieningen zijn. Er is hier helemaal niets!’ En ze besluit irrationeel: ‘er zou hier ook een zee moeten zijn.’

De combinatie Drenthe en toeristen vind ik zelf altijd wat moeizaam. Er wordt geïnvesteerd (zo’n vier miljoen) door de overheid in allerlei campagnes om mensen hierheen te halen, liefst met busladingen vol. Want dat is goed voor de ondernemers en het klopt ook. Het toerisme levert zo’n 1,7 miljard op. Maar als inwoner van Drenthe zie je dat niet per se terug als je geen ondernemer bent of projectontwikkelaar.

De laatste decennia zijn naast elk pittoresk dorpje, schaduwdorpen gebouwd (lees: een enorme bungalowparken). Kleine bosjes waar nooit iemand kwam, behalve de lokale bevolking, worden omgetoverd in belevingspaden of een ander soort pretpark waar mensen uit de stad hun kinderen op zondagmiddag kunnen uitlaten.

En vlakbij mijn eigen dorp was een heel mooi rustig stukje bos, er lag daar geen fietspad met voorbij sjezende elektrische fietsers en ook de horeca was een eindje verderop, net als – natuurlijk- het bungalowpark. Precies in dit stukje, dat altijd ongemoeid werd gelaten, kon ik heerlijk wandelen en soms zag ik een enkele ree. Maar inmiddels staan er zogenaamde natuurhuisjes. Er zijn wat bomen gekapt en vanuit het huisje kan je zo de natuur in. Fijn natuurlijk, die natuurbeleving. Er staat een grote, gesubsidieerde uitkijktoren bij en zo kunnen nog meer toeristen genieten van minder natuur.

Dit jaar neemt het aantal toeristen in eigen land toe. Dankzij corona zien andere Nederlanders in Drenthe het nieuwe Toscane. Vanaf april zijn er al toeristen en dat is prima want veel ondernemers hebben al genoeg te lijden in deze crisis en gun de bakker en ook de plaatselijke horeca wat meer klanten. Het is al moeilijk genoeg nu.

Maar met al die toeristen verandert niet alleen de omgeving maar ook de mentaliteit. Het CBS berichtte onlangs dat mensen op het platteland elkaar vaker aanspreken op gedrag. Ik denk dat we daarmee ook onbewust meer rekening met elkaar houden. Ik ben niet anoniem en weet dat. Een toerist laat rustig zijn of haar hond poepen vlakbij mijn voortuin -want wie  kent je nou hier en er is toch groen genoeg? Een dorpsgenoot heeft geen zin meer om met haar paard te rijden in het stukje bos vlakbij, ze struikelt over de toeristen. Mijn buren fietsen graag een rondje in het bos in de buurt maar vermijden dat nu overdag – om dezelfde reden.

Al eeuwenlang wordt er over de hoofden van mensen in Drenthe heen beslist en gedaan (geldt ook voor Groningen overigens) we waren de provincie, die er het laatst bij mocht horen en de Boermarken – een prima manier van samenleven en werken was niet wat de mensen in Den Haag voor ogen hadden. Dus dat werd teniet gedaan. Veen werd ontgonnen, turf gewonnen en Drenthe was bij uitstek de plek voor de zogenaamde paupers, die ze in de stad liever niet zagen en later mocht hier de grootste vuilverbrander staan. Goed voor de werkgelegenheid in deze regio maar vooral omdat hier minder mensen in de omgeving waren om te klagen.

Laten we nu dan met het beleid rondom toerisme wél naar de inwoners luisteren (en nee, niet naar de projectontwikkelaars en de grote tussenpartijen, die boekingen opnemen maar de gewone mensen)….want dat toerisme niet altijd zorgt voor een bloeiende omgeving kunnen we gewoon zien in Amsterdam en Giethoorn. Hordes mensen drukken hun stempel op de omgeving, hoe vriendelijk en netjes ze ook zijn. En juist dat wat Drenthe uniek maakt, moeten we bewaren.

Elke samenleving heeft een vitaal platteland nodig. Een goed ontwikkeld en leefbaar buitengebied, met een mooi landschap en ruimte voor de natuur, dat is onmisbaar voor een gezonde leefomgeving van dorpen en steden.

Misschien wordt het tijd voor minder – in plaats van meer toerismemarketing in Drenthe. Want de mensen komen toch wel. Het geld kan dan besteed worden om de crisis in Drenthe op te vangen.

En ik denk dat als er nóg meer mensen komen en we elke stukje groen veranderen in een speelparadijs met bijbehorende vakantiewoningen – we over een tijdje elkaar aan staan te kijken en ons afvragen waar toch die rust, ruimte en natuur zijn gebleven!

Marjanne Teunissen is communicatieadviseur van Stimuland en woont in de provincie Drenthe