Plattelandsvraagstuk van de maand: Leefbaarheid in de verkoop
Sander Dekker is journalist bij Dagblad van het Noorden en staat op het punt om een huis te kopen in het Drentse dorp waar hij vandaan komt. 'Bij het verschijnen van dit stuk ben ik enkele uren verwijderd van mijn eerste koophuis. Warempel, in het dorp waar ik ben opgegroeid en waar ik graag wil blijven wonen. Het voelt als een enorm geluk dat dit mij en mijn vriendin is gelukt. Maar ook letterlijk, geluk. Want wie verhalen van woningzoekers aanhoort, kan concluderen dat de woningmarkt een circus is geworden.'
Er is zo’n krapte, dat wie niet binnen een paar dagen kan schakelen en niet mee wil in de huidige prijzengekte, is gedoemd om te gaan huren of het geluk elders te gaan zoeken. Op Funda zie ik dat in de dorpskern op het moment van schrijven drie panden te koop worden aangeboden. Een oud schuurtje waar geen woonbestemming op te krijgen is, een woon-/winkelpand van vijf ton en woonhuis met dezelfde prijs. Vijf ton. Daar kun je Donald Trump voor door een hoepel laten springen.
En voor wat beschikbaar is, is de concurrentie moordend, blijkt ook uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Steeds meer jongeren willen in Drenthe blijven wonen, maar van alle regio’s in Nederland verhuizen ook de meeste zestigers naar Zuidwest-Drenthe. Mensen met een leven en een carrière achter zich. De schaapjes ruimschoots op het droge. Zit je dan, met je starterswensen in de eigen regio. Voor elk bod dat jij doet, schuift iemand ‘van buiten’ lachend nog wat extra geld bij.
Dat de prijzen door het plafond knallen lijkt fijn als je een huis te verkopen hebt, maar diezelfde overwaarde verdwijnt in een woning die evengoed anderhalve keer over de kop gaat. Vrienden van mij gingen zelfs zo ver dat ze onderzochten of er van één ruime woning in het dorp niet twee starterswoningen te maken waren. Geeft aan hoe hoog de nood is.
Vergeet niet: wat een dorp leefbaar houdt, zijn niet alleen voorzieningen en sportclubs, het zijn met name gezinnen die daar voor de doorstroming zorgen. Pensionado’s van ver, met een goedgevulde portemonnee zullen de beste bedoelingen hebben, maar hoeven niet zo nodig meer onderdeel uit te maken van het samenlevinkje.
En waarom ik denk dat starters het zo lastig hebben? Dat komt door het Nibud. Zij stellen de normen voor hoe hoog de hypotheek mag zijn die een bank mag verstrekken. Bepalende factor: je inkomen. Voor de berekening van onze hypotheek is het inkomen voor de komende dertig jaar vastgezet. Denk eens vijf seconden na over hoe belachelijk dat is. Alsof wij in dertig jaar geen cent meer gaan verdienen. Maar de banken willen kennelijk meer dan 100 procent zekerheid.
Dat brengt mij bij gemeente De Wolden, wat doet zij? Met alle respect: ze lijken achterover te leunen. Ze zien voor zichzelf een faciliterende en ondersteunende rol. Het moet van onderop komen. Dat werkt misschien bij goede initiatieven van verenigingen, maar het gaat hier om woningbouw. Lijkt me geen klus voor vrijwilligers.
De huizenprijzen blijven maar stijgen, terwijl de leefbaarheid ons door de vingers lijkt te glippen. Jongeren willen betrekken bij de politiek is een goed streven. Zorg dan wel dat ze in diezelfde gemeente kunnen blijven wonen. Dan draaien wij de sleutel van onze nieuwe woning met een gerust hart voor de eerste keer om.
Sander Dekker schrijft maandelijk voor ’t Ruunder Waopen, waar deze column eerder is gepubliceerd.
