Ontwikkeling klimaatrobuust watersysteem

Ons huidige watersysteem is vooral gericht op een (snelle) afvoer van water. Jarenlang was dit noodzakelijk, maar door klimaatverandering lopen we nu tegen de grenzen van het toelaatbare aan. Er wordt te weinig water in een gebied vastgehouden, terwijl langere periodes van droogte en hogere temperaturen elkaar steeds sneller opvolgen. Voldoende kwalitatief goed water is belangrijk voor onze leefomgeving, natuur en voedselproductie. Daarom werken Waterschap Rijn en IJssel, gemeente Bronckhorst, provincie Gelderland en grond- en landgoedeigenaren in de landgoederenzone al enkele jaren samen aan een klimaatrobuust watersysteem voor onder andere het stroomgebied van de Baakse Beek. Louis Lansink, beleidsmedewerker en waterarchitect bij de unit Waterbeheer bij Waterschap Rijn en IJssel legt uit hoe een klimaatrobuust watersysteem werkt en hoe het tot stand komt.

Beginnen bij de oorsprong
Het werk van Louis begint met het analyseren van het oorspronkelijke, natuurlijke watersysteem in een gebied. Veel beken zijn in de loop der jaren zo vaak verlegd en aangepast, dat er van het oorspronkelijke watersysteem nog nauwelijks iets over is. ‘Om zichtbaar te maken wat de ruimtelijke samenhang van het oorspronkelijke watersysteem was, maak ik in de eerste plaats gebruik van de algemene hoogtekaart van Nederland (AHN). Met behulp van mijn bodemkundige kennis, teken ik de stroomdraden in om zichtbaar te maken hoe het water van nature naar de laagtes heeft gelopen. Daarna leg ik er andere kaartbladen overheen, om onder andere te zien hoe het natuurlijke watersysteem zich ruimtelijk verhoudt met het huidige landgebruik en bebouwing’, legt hij gedreven uit. Verder wordt er bij de analyse en het bouwen van een nieuw watersysteem, ook rekening gehouden met de cultuurhistorische lagen. Denk hierbij aan structuren van opgeleide beken om water op een hoger peil te houden, grachtenstelsels, rabattenbossen en greppelstructuren in weilanden om overtollig regenwater af te vangen. ‘Het ontwerp van het nieuwe watersysteem wordt daarmee een soort kralensnoer van oude structuren die we aan elkaar rijgen’, vult Louis aan.

Het watersysteem is leidend
Om het verhaal van het systeemherstel goed te kunnen onderbouwen gaat hij ook nog het veld in om op een aantal plaatsen grondboringen te verrichten om bodemprofielen uit te lezen. ‘Daarmee kan ik zien hoe de bodem aardkundig in elkaar zit en wat de eigenschappen van de bodem zijn. Je kijkt als ware terug in de tijd. Aan de hand van een bodemprofiel kan je de oorspronkelijke bodemprocessen herleiden en dit vertelt iets over de gedragingen en eigenschappen van het oorspronkelijke watersysteem ter plaatse’, legt hij uit.  ‘Met dit natuurlijke en cultuurhistorische watersysteem als basis en vertrekpunt, gaan we kijken hoe we het watersysteem, afhankelijk van de gebiedsopgave die er ligt, weer optimaal kunnen laten functioneren. Om gebruik te maken van de oorspronkelijke waterstructuren hoeft er vaak niet eens zoveel gegraven te worden, maar moet het traject vooral obstakelvrij worden gemaakt. De grootste uitdaging zit in het onschadelijk maken van de bestaande leggerwatergangen en detailontwatering. Daarbij is het natuurlijke watersysteem altijd het leidende principe en is het landgebruik volgend. Dat is precies tegengesteld aan hoe we er tot nu toe naar hebben gekeken en dat is op zijn zachtst gezegd, wennen’ benadrukt Louis. ‘Maar als het watersysteem robuust en veerkrachtig moet zijn en optimaal moet functioneren, dan heb je ruimte nodig’, klinkt het beslist.

Samen met partijen om tafel
Uiteraard moet hiervoor in gesprek worden gegaan met landeigenaren, die vaak agrariërs zijn. ‘In zo’n gesprek leggen we alle kaarten op tafel en willen we zo transparant mogelijk zijn. We leggen uit wat we weten en hoe we denken een nieuw watersysteem te kunnen bouwen dat bestand is tegen droogte én wateroverlast en waarmee we ook tegemoetkomen aan de diverse regionale, landelijke of Europese opgaves die er liggen. In eerste instantie staat een grondeigenaar niet te juichen en soms ondervinden we enige weerstand, schetst Louis. ‘Maar gaandeweg ontstaat er toch begrip en ook vertrouwen, omdat het oorspronkelijke watersysteem, dat zij zelf of uit verhalen nog kennen, als basis wordt genomen bij het ontwerp. En als ze in de basis wel bereid zijn om mee te werken, dan blijken er vaak diverse mogelijkheden te zijn en gaan ze er ook de kansen van zien.’ Verder wordt er ook geluisterd naar de wensen van andere belanghebbenden in het gebied, zoals een dorpsraad of een natuurvereniging. Zij kunnen ideeën inbrengen en zo kunnen er koppelkansen gegenereerd worden.

Sneeuwbaleffect van voordelen
Uiteindelijk wordt er een ontwerp opgeleverd van een watersysteem dat geïnspireerd is vanuit het historisch perspectief, met de bodem en geomorfologie als basis. ‘Dat is een heel verschil met wat er tot nu toe op dit gebied is gedaan en waaruit is gebleken dat het onvoldoende werkt. Zoals bijvoorbeeld grote gegraven retentievijvers om het water van piekbuien in op te vangen, maar die niet toereikend zijn als het weer echt ‘los’ gaat’, benadrukt Louis. ‘Met onze nieuwe benadering bouwen we een grondwater gevoed systeem. Dat kan de verdroging dempen en daarbij kan grondwater, met daarin opgeloste mineralen van ijzer en kalk uit diepere gesteentes, weer tot in de wortelzone doordringen. Dat helpt de verzuring tegen te gaan en het brengt bodemprocessen op gang. Verder draagt deze benadering bij aan zowel de waterkwaliteit als de -kwantiteit van het gebied en neemt ook het bodemleven en de biodiversiteit toe. De resultaten zijn al snel zichtbaar en het watersysteem toont al snel zijn veerkracht. Het kan weer tegen een stootje. Kortom; We doen een stap terug in de tijd om een stap voorwaarts te kunnen maken!’, aldus Louis.