Column: de fascinerende vogeltrek

Op dit moment is de vogelvoorjaarstrek in volle gang; miljoenen vogels – watervogels, roofvogels en zangvogels – keren nu terug naar hun broedgebieden, waarvoor ze soms duizenden kilometers moeten afleggen. Een fascinerend natuurverschijnsel dat weken tot maanden kan aanhouden.

Tekst: Marianne Miltenburg

Tijdens hun reis oriënteren de vogels zich door kustlijnen en rivieren te volgen en te kijken naar de zon en de sterren. Ze gebruiken zelfs geluiden en geuren om de weg te vinden. Daarbij kunnen ze het aardmagnetische veld voelen met een speciale receptor, net boven de snavel.

In de loop der tijd zijn er wel wat kleine wijzigingen in de trek waargenomen. Zo zagen we de eerste boerenzwaluwen in de jaren ‘70 eind maart of begin april, tegenwoordig zijn ze er al half maart. Een mogelijke verklaring is dat de insectenpiek in ons land eerder plaatsvindt als gevolg van de klimaatverandering. Doordat het in maart steeds warmer is, zijn er ook eerder veel insecten en die zijn hard nodig om de jongen te voeren.

Een deel van de vogels vliegt hoog boven je hoofd door naar Scandinavië, maar ook kan er zomaar ineens een mooi exemplaar in je achtertuin landen.
Via de ‘Mediterrane/Zwarte Zee Flyway’ vliegen vogels op hun tocht van Afrika naar Rusland (Siberië), en vice versa, via bepaalde oversteekplekken zoals de Bosporus en de randen van de Zwarte Zee. In het voorjaar komen ze via de Bosporus Europa in, buigen dan af naar het oosten om de Oeral te vermijden en zo verder Rusland in te vliegen. Helaas trekken vogels nu dus ook over oorlogsgebied, daar waar het de vorige keer nog veilig was. Het is nog maar de vraag of en hoe de trekvogels die over Oekraïne vliegen tijdens hun trek beïnvloed worden door de bombardementen.

De voorjaarstrek is een stuk minder massaal dan de najaarstrek, doordat de vogels niet allemaal tegelijk vertrekken. Wel zetten ze er extra de sokken in, want hoe eerder ze in de broedgebieden arriveren, hoe eerder ze de beste plekjes voor hun nest kunnen claimen en hoe groter de kans op een goed broedseizoen.

Vogelsoorten die in het najaar niet ver weg vliegen, bijvoorbeeld naar Zuid-Europa, zijn vaak als eerste terug. Dat geldt o.a. voor de oeverzwaluw, boerenzwaluw, blauwborst, grutto, tjiftjaf, zomertaling, zwartkop, kleine plevier en zwartkopmeeuw.
Langeafstandstrekkers als spotvogel, zomertortel en wielewaal komen later aan vanuit Afrika.
Reistijden zijn afhankelijk van het weer; met tegenwind hebben ze het een stuk moeilijker en doen ze langer over de tocht.

Vogeltrek is een enorme prestatie die grote kracht en uithoudingsvermogen vereist. Tegenwoordig worden vogels echter geconfronteerd met extra bedreigingen veroorzaakt door menselijke activiteit. Hongerige, uitgeputte vogels kunnen bij een tussenstop aankomen, maar ontdekken dat deze is vernietigd door landbouw of verstedelijking, en klimaatverandering zorgt ervoor dat leefgebieden verschuiven of verdwijnen. Daarbij is het Middellandse zeegebied vol gevaar. Elk jaar worden miljoenen vogels illegaal gedood door jagers.

Zo is er in Cyprus een verontrustende toename van illegale vogelvangsten ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast hebben Italië en Frankrijk een diepgewortelde jachtcultuur. Het vangen en eten van (zang)vogels – en ander geschoten wild – is op het platteland doodnormaal. Zelfs een beschermde status van soorten vormt geen belemmering om er toch op te jagen.
Malta heeft ook veel vogeljagers. Waar Italianen en Cyprioten de vogels voor consumptie schieten, zien zij het meer als ‘vogels schieten voor plezier’.
Illegale vogeljacht viert hoogtij in Libanon. In het land zijn een aantal plekken waar de vogeltrek erg geconcentreerd is en waar zelfs jagers uit binnen- en buitenland naartoe komen.
In Egypte worden trekvogels gevangen met mistnetten, die vaak kilometers aaneensluitend worden neergezet.

Overigens kan er onderweg veel meer misgaan: zo zorgen slecht weer of zandstormen boven de Sahara soms voor vertraging en zijn er helaas ook windmolens en hoogspanningsleidingen die de vogels moeten trotseren.
De meeste groepen vogels vliegen gedurende de trek lager dan 1500 meter, toch zijn er meldingen van kleine vogels die 3000, 5000 en zelfs 6300 meter hoog vlogen.

Uiteindelijk, na duizenden kilometers vliegen, komen de vogels aan in hun broedgebied, waar ze – ondanks dat de vetreserves op zijn – meteen moeten pronken met hun mooiste verenkleed, de mannetjes hun mooiste liedjes moeten zingen en zelfs met soortgenoten moeten vechten om een ​​partner. Is de match eenmaal een feit, dan bouwt het stel samen nauwgezet een nest en broeden om de beurt dag en nacht hun kostbare eieren uit, proppen maandenlang voedsel in hongerige, krijsende vogelbekjes. Om vervolgens van eind augustus tot in november weer naar hun overwinteringsgebieden te vliegen. Met miljoenen tegelijk.

De laatste helft van april en de eerste helft van mei zijn doorgaans de beste tijden om de voorjaarstrek waar te nemen. Texel is de bekendste, maar zeker ook met stip de beste vogel-hotspot van Nederland, zo niet van Noordwest-Europa. Jaarlijks worden er op dit Waddeneiland rond de 280 vogelsoorten waargenomen. Zie op onderstaand kaartje meer hotspots.

Neem je verrekijker mee en geniet!

 

Bron: trekkentellen.nl

Foto: Unsplash - Barth Bailey