Alleen samen kun je een betere akkerbouwer worden

Wat is de meerwaarde van (deelname) aan het DPA? André Hoogendijk, directeur BO Akkerbouw, onderbouwt waarom je samen verder komt. Er wordt namelijk beweerd dat je iets 10.000 uur moet doen om de top te bereiken. Dat is voor een akkerbouwer alleen een hele uitdaging.

Er wordt beweerd dat je iets 10.000 uur moet doen om de top te bereiken. Dat geldt ongetwijfeld voor de schaatsers bij de Olympische Spelen. Steeds weer dezelfde rondjes rijden, altijd linksaf en maar blijven oefenen op de ideale slag. Het geldt natuurlijk ook voor u als akkerbouwer, al heeft u daar wel een uitdaging. Als akkerbouw al met een sport te vergelijken is, dan waarschijnlijk met de tienkamp. Je moet van veel zaken verstand hebben en veel dingen kunnen om een goede akkerbouwer te zijn.

Je moet kunnen ploegen, zaaien en planten, maar je moet je ook verdiepen in nieuwe rassen, de boekhouding doen, personeel aansturen en de overheid van je weg houden door te voldoen aan eens steeds dikker woud van regels. Steeds maar weer bijleren over goed bodembeheer, het beter uitmikken van het optimale rooimoment en goed opletten wat je wanneer kunt spuiten. Daarnaast misschien nog wat doen in de korte keten, samenwerken in een coöperatie of je inzetten voor agrarisch natuurbeheer.

Veel zaken komen maar één keer in het jaar voorbij. Hoeveel uur ben je nu eigenlijk elk jaar aan het zaaien of aan het bemesten? Vermenigvuldig dat eens met het aantal jaren dat je actief bent als akkerbouwer. Laten we zeggen dat je tien jaar meekijkt met je ouders en later weer tien jaar met je eigen kinderen. Daar tussenin ben je misschien 30 jaar verantwoordelijk voor je bedrijf. Per activiteit ga je nooit aan die 10.000 uur komen. Hoe goed je je best ook doet, je gaat er gewoon nooit echt goed in worden.

In de sport zijn er ook mensen die stellen dat die 10.000 uur niet klopt. Het gaat niet zozeer om het aantal uren, maar het gaat om de aandacht waar je iets doet. Niet elke dag 8 uur rondjes schaatsen, maar wellicht 2 keer een uur met volle aandacht en energie. Dat biedt perspectief voor de akkerbouw. In je eentje is dat echter lastig. Je hebt eigenlijk een team nodig, waarin je voor het ene onderwerp een trainer hebt en voor het andere onderwerp zelf de trainer bent.

Dat team is een praktijknetwerk met akkerbouwers uit je eigen regio. Mensen die begrijpen wat er speelt, maar allemaal net even andere kennis en vaardigheden hebben. Mensen waarmee je kunt sparren, waarmee je samen kunt zoeken naar oplossingen en die je af en toe even prikkelen. Een goed praktijknetwerk is essentieel om als akkerbouwer beter te worden in je vak. Alleen samen kun je een betere akkerbouwer worden en alleen samen kunnen we als sector beter worden.

André Hoogendijk
Directeur BO Akkerbouw