Politiek & Platteland: Marieke Koekkoek, Tweede Kamerlid Volt

05 juni 2025

Het platteland staat voor grote uitdagingen en om te kunnen komen tot toekomstbestendige oplossingen, is verbinding tussen beleid en praktijk, tussen boeren en bewoners en tussen verschillende generaties, cruciaal. Om de voelbare kloof tussen politiek en platteland te verkleinen gaan we de komende tijd, aan de hand van vaste vragen en stellingen, in gesprek met diverse Tweede Kamerleden. Hoe kunnen we vertrouwen, begrip en samenwerking creëren en daarmee bijdragen aan duurzame oplossingen en een leefbare landelijke omgeving?

Mariek Koekkoek Volt en Ingrid Jansen Stimuland

Marieke Koekkoek, Tweede Kamerlid Volt

Marieke zet zich in voor een leefbaar platteland met ruimte voor duurzame landbouw, jong ondernemerschap en Europese samenwerking. Ze pleit voor minder bureaucratie, meer lokaal zeggenschap en slimme, grensoverschrijdende oplossingen die natuur, klimaat en gemeenschap verbinden.

Wat is jouw binding met het platteland?

‘Ik ben opgegroeid in Amsterdam-Zuidoost, maar het platteland lag daar letterlijk om de hoek. Voor een ijsje, om te zwemmen of een rondje te fietsen gingen we vaker naar de omliggende dorpen dan de stad in. Daarnaast wilde ik als kind graag boer worden of dierenarts’, vertelt Marieke, glimlachend bij de herinnering. Uiteindelijk koos ze om verschillende redenen een andere richting maar haar liefde voor dieren en het buitenleven bleef.

Vanuit de partij Volt kijkt Marieke bewust vanuit een Europees perspectief naar het platteland. ‘We zien overeenkomsten tussen regio’s in verschillende landen en geloven dat we kunnen leren van wat elders werkt. In Denemarken en Oostenrijk zie je hoe keuzes leiden tot toekomstbestendige landbouw en sterke gemeenschappen. Wij pleiten ervoor om die inzichten te vertalen naar Nederland. Niet door simpelweg te kopiëren, maar door verbindingen te leggen en te investeren in wat werkt—ook buiten de landsgrenzen’, benadrukt ze.

Wat is voor jou duurzame landbouw en hoe realiseren we dat?

‘In een ideale wereld maken we geen onderscheid meer tussen natuur en landbouw,’ stelt Marieke. ‘Ze kunnen elkaar juist versterken, bijvoorbeeld via agroforestry of agrarisch natuurbeheer. Denk aan bomen in weilanden: die zorgen voor schaduw voor de dieren én voor meer biodiversiteit.’ Tegelijkertijd ziet ze dat we in Nederland vastlopen in regels en voorwaarden. ‘Zodra we ergens een label zoals kringlooplandbouw, natuurinclusieve landbouw of biologisch landbouw op plakken, dan volgt er een berg aan voorwaarden die innovatie eerder afremmen dan stimuleren.’ Volgens Marieke is minder bureaucratie en meer ruimte om te experimenteren essentieel. ‘Geef boeren de kans om ideeën te toetsen in de praktijk, zonder dat ze zich eerst door stapels formulieren hoeven te worstelen.’ Volt pleit daarom voor een omslag in denken. ‘Niet voorschrijven wat moet, maar luisteren naar wat kan. En leren van Europese voorbeelden waar innovatie wél de ruimte krijgt. Want duurzame landbouw vraagt om vertrouwen én durf.’

‘Geef boeren de kans om ideeën te toetsen in de praktijk, zonder dat ze zich eerst door stapels formulieren hoeven te worstelen.’

Plattelandsbewoners weten zelf het beste wat er nodig is voor een leefbaar platteland.

Marieke knikt instemmend: ‘Het principe “niet over ons, zonder ons” zou wat mij betreft altijd leidend moeten zijn,’ reageert ze. ‘Plattelandsbewoners weten zelf het beste wat nodig is voor hun omgeving en de overheid zou meer moeten faciliteren en minder moeten bepalen.’ Volgens haar begint leefbaarheid bij gezamenlijke keuzes maken. ‘Een laagdrempelige vorm van participatie, denk aan burgerberaden, kan helpen om lokaal prioriteiten te stellen. Geef jonge mensen, boeren, ondernemers en bewoners letterlijk een plek aan tafel.’

Tegelijkertijd pleit ze voor een bredere blik. ‘We denken nu vooral in economische termen zoals het bruto nationaal product, maar we zouden veel meer moeten kijken naar brede welvaart. Wat draagt bij aan de kwaliteit van leven op het platteland?’ Ook de rol van de overheid ziet ze kritisch. ‘Regels rond herbestemming zijn nu vaak te star. Terwijl het ook juist kansen kan bieden als een boer stopt en het erf ruimte biedt aan bijvoorbeeld jonge regeneratieve boeren of aan een andere herbestemming die meer bijdraagt aan de leefbaarheid.’

Voor Marieke is de kern helder: ‘Leefbaarheid ontstaat niet van bovenaf, maar door samen te bepalen wat nodig is en ruimte te geven aan nieuwe ideeën. Dat vraagt om vertrouwen, flexibiliteit en lef, ook van de politiek.’

De energietransitie heeft een negatieve invloed op de leefbaarheid op het platteland.

‘We hebben op het Nederlandse platteland te maken met ruimtegebrek en als je vol inzet op energie-opwekking op land, verandert dat onherroepelijk het landschap,’ erkent Marieke. ‘Maar dat hoeft niet per se negatief te zijn, als je slimme keuzes maakt.’ Volgens haar ligt de sleutel in creatief en slim ruimtegebruik. ‘Laat schapen grazen onder zonnepanelen of combineer windparken op zee met zeewierboerderijen. Dat soort meervoudig gebruik van ruimte biedt nieuwe kansen, ook voor het platteland.’

Ze benadrukt dat Nederland hierbij niet in zijn eentje moet denken. ‘Voor grensregio’s is samenwerking met Duitsland of België essentieel. Energie stopt niet bij landsgrenzen, beleid zou dat ook niet moeten doen.’ Daarnaast pleit Marieke voor meer integraliteit in beleid. ‘Platteland raakt aan meerdere ministeries, maar er is geen duidelijke regie. Dat maakt het versnipperd en inefficiënt.’ De energietransitie kan volgens Marieke dus kansen bieden voor de leefbaarheid als we ruimte slim benutten, lokaal eigenaarschap stimuleren én als we over grenzen heen durven te denken. Zowel letterlijk als bestuurlijk.

'Jongeren vormen 20% van de bevolking, maar zijn 100% van de toekomst. Dat is precies de kern van waarom jongeren een grotere stem verdienen in klimaatbeleid.’

Jongeren verdienen extra steun voor hun plannen om toekomstige klimaatdoelen te bereiken, omdat ze vaker bereid zijn actie te ondernemen dan oudere generaties.

‘Ik herinner me uit een recent jeugddebat dat iemand zei: “Wij zijn 20% van de bevolking, maar 100% van de toekomst.” Die zin is me echt bijgebleven,’ vertelt Marieke. ‘Het raakte precies de kern van waarom jongeren een grotere stem verdienen in klimaatbeleid.’ Ze ziet dat jonge mensen vaak met vernieuwende ideeën komen en bereid zijn om stappen te zetten, ook als de resultaten pas veel later zichtbaar worden. ‘Dat vraagt om politiek die durft te investeren in het planten van zaadjes voor bomen onder wiens schaduw we zelf niet meer kunnen gaan zitten.’

Ze noemt voorbeelden van jonge ondernemers die zonder agrarische achtergrond kiezen voor voedselbossen of regeneratieve landbouw. ‘Niet omdat het moet, maar omdat ze zich bewust zijn van de impact die ze kunnen maken. Die energie en toewijding moeten we koesteren.’ Volgens Marieke vraagt dit ook om ruimte voor experimenteren. ‘Of het nu gaat om een boer die thee wil gaan kweken in een heg of een jongere die een oude boerderij overneemt. Je ziet nieuwe vormen van landbouw ontstaan die natuur en klimaat juist versterken.’

Hoe kijk jij naar de kloof tussen politiek en platteland en hoe kunnen (en willen) we de afstand overbruggen?

‘De afstand tussen politiek en platteland heeft veel te maken met hoe we onze besluitvorming organiseren,’ reageert Marieke. ‘In Den Haag is het gebruikelijk om alles per commissie en per bewindspersoon te behandelen, terwijl in werkelijkheid veel zaken aan elkaar raken. Landbouw raakt bijvoorbeeld aan water, stikstof en aan ruimtelijke ordening, je kunt dat niet los van elkaar zien.’ Ze pleit daarom voor het doorbreken van die beleidsmatige silo’s en een overheid die ruimte durft te geven. ‘Laat het Rijk niet bepalen hoe het moet op het erf, maar zorg wél voor een toegankelijke en begrijpelijke bureaucratie. Zodat mensen niet verdwalen in regels, maar kansen kunnen benutten.’

Ook het Europese niveau speelt een rol. Marieke wijst op plannen die nieuwe toetreders tot de landbouw moeten ondersteunen, ook als ze geen agrarische achtergrond hebben. ‘Juist nu veel boeren geen opvolger hebben, zou het fantastisch zijn als jonge mensen die wél willen, die ruimte ook daadwerkelijk krijgen.’ Ze ziet in andere landen inspirerende voorbeelden waar landbouw, klimaat en jong ondernemerschap samenkomen in integraal beleid. ‘Dat soort ideeën mogen van mij vaker via Europa naar Nederland komen. We moeten durven leren en delen over grenzen heen.’

Heb je vragen over onze rubriek Politiek & Platteland?

Neem contact op met Stimulander Ingrid Jansen