Laura Bromet, Tweede Kamerlid GroenLinks-PvdA
Laura zet zich in voor eerlijk en toekomstgericht beleid voor het platteland met investeringen in de leefbaarheid van dorpen en lokaal eigenaarschap bij de energietransitie. Ze pleit voor duurzame landbouw met duidelijke kaders en ruimte voor de boeren die de omslag durven maken. Vertrouwen en verbinding staan centraal.
Wat is jouw binding met het platteland?
‘Ik woon in het buitengebied van Waterland, op 500 meter van het huis waar ik ben opgegroeid, en mijn buren zijn boeren.’ Laura kent het platteland dus niet alleen van beleid, maar vooral van dichtbij. Als voormalig wethouder van een landelijke gemeente én als inwoner van het buitengebied, voelt ze zich nauw verbonden met de regio. Met haar jarenlange ervaring in de Kamer én bij Natuurmonumenten weet ze hoe breed en complex het landbouw- en natuurdossier is. ‘Alle grote opgaven; stikstof, klimaat, water komen op het platteland terecht. Dat vraagt om eerlijk beleid en oog voor de praktijk.’
Ze verzet zich tegen het idee van een scherpe kloof tussen stad en platteland. Volgens haar is dat een platgeslagen werkelijkheid geen recht doet aan de werkelijkheid. ‘Ik woon zelf in het buitengebied en merk dat ik soms toch wordt weggezet als iemand uit de grachtengordel. Terwijl men van mijn buren, die boer zijn, wel vindt dat zij plattelanders zijn. Het is volgens mij dus een grotendeels gecreëerde tegenstelling’, stelt ze. ‘Ik zag dit ook bevestigd in een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. In ons kleine land hebben we niet alleen te maken met een verschil tussen stad en platteland maar ook met verschillen in opleidingsniveau of welvaart die vaak veel relevanter zijn dan geografische scheidslijnen.’
Wat is voor jou duurzame landbouw en hoe realiseren we dat?
Volgens Laura ligt de sleutel bij boeren die durven te vernieuwen en bij een overheid die duidelijke kaders stelt. ‘Als je het heel kort samenvat, dan gaat het over input en output’, stelt ze. In haar eigen omgeving ziet ze daar de voorbeelden van. Mijn ene buurman is een biologische melkveehouder met het bedrijf nabij een Natura2000-gebied, de andere is een vleesveehouder die veel aan natuurbeheer doet voor Staatsbosbeheer. ‘Ze werken extensief, gebruiken nauwelijks krachtvoer of bestrijdingsmiddelen en laten zien dat het anders kan. Dát zijn de boeren van de toekomst’, benadrukt ze.
Tegelijkertijd pleit ze voor eerlijkheid in het politieke debat. ‘We moeten stoppen met het krampachtig proberen iedereen mee te krijgen, inclusief de boeren die structureel ontkennen dat er een probleem is. Die achterhoede houdt de hele sector in een wurggreep. Richt je op de middengroep. Op de boeren die wel willen, maar die nog zoekend zijn.’ Volgens Laura heeft de overheid drie effectieve instrumenten: subsidie, belasting en wetgeving. ‘Belast vervuiling, beloon verduurzaming. En maak beleid op basis van feiten, niet op basis van sentiment.’
Ze kijkt met bewondering naar Denemarken, waar duidelijke doelen zijn gesteld en boeren mee konden denken binnen heldere randvoorwaarden. ‘Zekerheid en duidelijkheid geven vertrouwen. Boeren hebben behoefte aan een stabiele koers en niet aan eindeloos getouwtrek.’ Haar boodschap is duidelijk: kies voor langjarig, breed gedragen beleid dat boeren perspectief geeft en geef het vertrouwen terug aan degenen die de omslag durven maken.
