Vanuit haar ervaring als bestuurder én agrarisch ondernemer kent zij de sector van binnenuit. Ze weet hoe beleid doorwerkt op het erf en hoe belangrijk het is dat boeren, beleidsmakers en burgers elkaar verstaan. De Werkplaats biedt een kansrijk moment om het landschap van de toekomst niet alleen te bespreken, maar ook daadwerkelijk stappen te zetten. Hoe kijkt zij aan tegen de urgentie van dit thema en wat kunnen deelnemers verwachten?
Verbinder van praktijk en beleid
“Mijn rol is tweeledig,” vertelt Ingrid. “Ik treed op als dagvoorzitter van deze Werkplaats én als voorzitter van het kernteam Werkplaats. Met het kernteam hebben we samen de inhoud en opzet mede vormgegeven. Vanuit Stimuland verbind ik beleid met praktijk en in dit geval hoe het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kan bijdragen aan een toekomstbestendig landschap.”
Energie uit het Friese landschap
De locatie van deze editie is voor Ingrid niet zomaar gekozen. “Elke locatie ademt de context waarin we werken. Fryslân, met zijn weidse panorama’s en rijke landschappelijke identiteit, is een waardevolle plek om het thema tastbaar te maken. Juist in Fryslân is ook de culturele betekenis van het landschap heel duidelijk: hier zijn ze terecht trots op het platteland en speelt mienskip een belangrijke rol. De frisse ideeën en lokale betrokkenheid die daarbij samenkomen, geven mij ontzettend veel energie en zie ik ook dagelijks terug in mijn werk bij Stimuland, waar noaberschap een dragende rol heeft.”
Urgentie én kansen
Volgens Ingrid is er geen tijd te verliezen als het gaat om het inrichten van het landschap van de toekomst. “Het platteland staat midden in de maatschappelijke uitdagingen, zoals klimaat, biodiversiteit, leefbaarheid, landbouwtransitie. Het is cruciaal dat we nú handelen en samen optrekken. Dat zeg ik niet alleen als bestuurder, maar ook als agrarisch ondernemer: ik ervaar dagelijks wat veranderend beleid betekent voor ons akkerbouwbedrijf.
Het landschap van de toekomst zie ik als natuurinclusief, adaptief, economisch gezond en sociaal veerkrachtig. Grote uitdagingen zijn financiering, bestuurlijke fragmentatie en technische complexiteit. Tegelijk liggen er kansen: bottom-up initiatieven, nieuwe verdienmodellen en samenwerking tussen boeren, maatschappelijke partijen en overheid.”

