Politiek & Platteland: Laura Bromet, Tweede Kamerlid GroenLinks-PvdA

09 oktober 2025

Het platteland staat voor grote uitdagingen en om te kunnen komen tot toekomstbestendige oplossingen, is verbinding tussen beleid en praktijk, tussen boeren en bewoners en tussen verschillende generaties, cruciaal. Om de voelbare kloof tussen politiek en platteland te verkleinen gaan we de komende tijd, aan de hand van vaste vragen en stellingen, in gesprek met diverse Tweede Kamerleden. Hoe kunnen we vertrouwen, begrip en samenwerking creëren en daarmee bijdragen aan duurzame oplossingen en een leefbare landelijke omgeving?

Stimuland in gesprek met Laura Bromet van GroenLinks-PvdA

Laura Bromet, Tweede Kamerlid GroenLinks-PvdA

Laura zet zich in voor eerlijk en toekomstgericht beleid voor het platteland met investeringen in de leefbaarheid van dorpen en lokaal eigenaarschap bij de energietransitie. Ze pleit voor duurzame landbouw met duidelijke kaders en ruimte voor de boeren die de omslag durven maken. Vertrouwen en verbinding staan centraal.

Wat is jouw binding met het platteland?

‘Ik woon in het buitengebied van Waterland, op 500 meter van het huis waar ik ben opgegroeid, en mijn buren zijn boeren.’ Laura kent het platteland dus niet alleen van beleid, maar vooral van dichtbij. Als voormalig wethouder van een landelijke gemeente én als inwoner van het buitengebied, voelt ze zich nauw verbonden met de regio. Met haar jarenlange ervaring in de Kamer én bij Natuurmonumenten weet ze hoe breed en complex het landbouw- en natuurdossier is. ‘Alle grote opgaven; stikstof, klimaat, water komen op het platteland terecht. Dat vraagt om eerlijk beleid en oog voor de praktijk.’

Ze verzet zich tegen het idee van een scherpe kloof tussen stad en platteland. Volgens haar is dat een platgeslagen werkelijkheid geen recht doet aan de werkelijkheid. ‘Ik woon zelf in het buitengebied en merk dat ik soms toch wordt weggezet als iemand uit de grachtengordel. Terwijl men van mijn buren, die boer zijn, wel vindt dat zij plattelanders zijn. Het is volgens mij dus een grotendeels gecreëerde tegenstelling’, stelt ze. ‘Ik zag dit ook bevestigd in een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau. In ons kleine land hebben we niet alleen te maken met een verschil tussen stad en platteland maar ook met verschillen in opleidingsniveau of welvaart die vaak veel relevanter zijn dan geografische scheidslijnen.’

Wat is voor jou duurzame landbouw en hoe realiseren we dat?

Volgens Laura ligt de sleutel bij boeren die durven te vernieuwen en bij een overheid die duidelijke kaders stelt. ‘Als je het heel kort samenvat, dan gaat het over input en output’, stelt ze. In haar eigen omgeving ziet ze daar de voorbeelden van. Mijn ene buurman is een biologische melkveehouder met het bedrijf nabij een Natura2000-gebied, de andere is een vleesveehouder die veel aan natuurbeheer doet voor Staatsbosbeheer. ‘Ze werken extensief, gebruiken nauwelijks krachtvoer of bestrijdingsmiddelen en laten zien dat het anders kan. Dát zijn de boeren van de toekomst’, benadrukt ze.

Tegelijkertijd pleit ze voor eerlijkheid in het politieke debat. ‘We moeten stoppen met het krampachtig proberen iedereen mee te krijgen, inclusief de boeren die structureel ontkennen dat er een probleem is. Die achterhoede houdt de hele sector in een wurggreep. Richt je op de middengroep. Op de boeren die wel willen, maar die nog zoekend zijn.’ Volgens Laura heeft de overheid drie effectieve instrumenten: subsidie, belasting en wetgeving. ‘Belast vervuiling, beloon verduurzaming. En maak beleid op basis van feiten, niet op basis van sentiment.’

Ze kijkt met bewondering naar Denemarken, waar duidelijke doelen zijn gesteld en boeren mee konden denken binnen heldere randvoorwaarden. ‘Zekerheid en duidelijkheid geven vertrouwen. Boeren hebben behoefte aan een stabiele koers en niet aan eindeloos getouwtrek.’ Haar boodschap is duidelijk: kies voor langjarig, breed gedragen beleid dat boeren perspectief geeft en geef het vertrouwen terug aan degenen die de omslag durven maken.

‘Zekerheid en duidelijkheid geven vertrouwen. Boeren hebben behoefte aan een stabiele koers en niet aan eindeloos getouwtrek. Kies daarom voor langjarig, breed gedragen beleid dat boeren perspectief geeft en geef het vertrouwen terug aan degenen die de omslag durven maken.'

Plattelandsbewoners weten zelf het beste wat er nodig is voor een leefbaar platteland.

Voor Laura is het duidelijk: een leefbaar platteland ontstaat niet vanzelf. ‘De samenleving verandert razendsnel en dat vraagt veel van dorpen. Je ziet schaalvergroting op alle fronten: winkels verdwijnen, voorzieningen worden gecentraliseerd en gemeentes krijgen steeds minder middelen. Daardoor moeten zij kiezen: sluiten we het zwembad of korten we op huishoudelijke hulp?’ Dat raakt volgens Laura de kern van gemeenschapszin en juist die willen we terug.

Ze pleit voor investeringen die het dorpsleven versterken. ‘Een dorpsschool of een buurtwinkel is meer dan een voorziening; het zijn ontmoetingsplekken die mensen verbinden.’ Laura ziet dat bewoners het vaak zélf willen oplossen. ‘Maar dan moet de overheid wel helpen om die gemeenschappen overeind te houden. Niet alles laten verdwijnen en dan verbaasd zijn dat mensen zich verweesd voelen.’ Haar oproep: geef dorpen de ruimte én middelen om zelf te bouwen aan hun leefomgeving, met vertrouwen in elkaar en het besef dat leefbaarheid mensenwerk is.’

De energietransitie heeft een negatieve invloed op de leefbaarheid op het platteland.

Volgens Laura hoeft de energietransitie geen splijtzwam te zijn op het platteland, mits bewoners kunnen meebeslissen én meeprofiteren. ‘Als de lusten en lasten eerlijk verdeeld zijn, zie je dat mensen veel positiever zijn.’ In haar eigen gemeente beheren de inwoners zelf twee windmolens, met opbrengsten die direct terugvloeien naar het dorp: van zonnepanelen op het zwembad tot subsidies voor verenigingen. ‘Dan zie je de windmolen niet als hinderlijk object, maar als iets van iedereen.’ Laura pleit dan ook voor meer lokaal eigenaarschap en minder macht voor projectontwikkelaars met enkel winstoogmerk. Gemeenten moeten wat haar betreft hun rol pakken: ‘Niet de grondpositie moet leidend zijn, maar wat goed is voor het collectief.’

De energietransitie biedt volgens haar kansen, mits banken, overheden en boeren samen durven kiezen voor duurzame oplossingen. ‘Boeren die willen omschakelen, moeten daar ook de ruimte voor krijgen, letterlijk én financieel.’ Met slimme instrumenten zoals lagere rentes, minder regeldruk en gebiedsgerichte aanpak kunnen boeren toekomstbestendig werken. Haar boodschap is helder: ‘Als je samenwerkt aan eerlijke verdeling, lokaal eigenaarschap en lagere kosten, dan wordt de energietransitie geen bedreiging, maar een kans voor leefbaarheid op het platteland.’

'Geef dorpen de ruimte én middelen om zelf te bouwen aan hun leefomgeving, met vertrouwen in elkaar en het besef dat leefbaarheid mensenwerk is.'

Jongeren verdienen extra steun voor hun plannen om toekomstige klimaatdoelen te bereiken, omdat ze vaker bereid zijn actie te ondernemen dan oudere generaties.

‘De urgentie zit bij jongeren’, reageert Laura. ‘Want zij zullen zélf de gevolgen van klimaatverandering ondervinden, of hun kinderen.’ Tegelijkertijd is het volgens haar niet vanzelfsprekend dat jongeren altijd de ruimte ervaren en nemen om in actie te komen. ‘Vaak verlaten ze het platteland vanwege hun studie en zijn ze in die periode bezig met andere levensvragen: van opleiding tot het opbouwen van een netwerk. Toch keren veel jongeren later terug naar het platteland, in de fase van gezinsvorming. Dan is het belangrijk dat er ruimte is om duurzame keuzes te maken.’

Laura ziet het als een politieke opdracht om die ruimte te creëren. ‘Wij moeten laten zien dat verandering wél mogelijk is. En dat het nú moet gebeuren. Iedere maatregel die we vandaag nemen, telt de komende decennia mee. Uitstel maakt de opgave alleen maar groter.’ Daarom pleit ze voor een realistische en hoopvolle koers. ‘Je kunt verlamd raken door de grootte van het probleem, maar we moeten juist mensen in beweging brengen. Jongeren verdienen niet alleen steun, maar ook vertrouwen en zeggenschap. Want zij zijn de generatie die het verschil kan maken, als we hen die kans geven.’

Hoe kijk jij naar de kloof tussen politiek en platteland en hoe kunnen (en willen) we de afstand overbruggen?

De veelbesproken kloof tussen politiek en platteland ziet Laura anders. ‘Ik vind de suggestie dat die kloof er per definitie is, een miskenning van politici. Of het nou gemeenteraadsleden, statenleden of Kamerleden zijn: zij gaan de politiek in om het publieke belang te dienen en dat doen ze met hart en ziel.’

Volgens Laura is er geen gebrek aan betrokkenheid. ‘Elke dag praten wij met mensen over de problemen die er zijn, waardoor politici goed weten wat er leeft. Dat wordt misschien anders ervaren doordat politici alle verschillende belangen moeten afwegen voor ze keuzes kunnen maken. Terwijl inwoners vaak hun eigen situatie centraal stellen. Die afweging tussen álle belangen door alle politieke partijen is de essentie van een democratie. Dat gaat soms traag, maar het alternatief is een dictatuur waarbij niet elk belang wordt gediend.’

Wat haar hoop geeft? ‘De energie van mensen die wél met elkaar in gesprek willen en die de verbinding centraal stellen. Dat is precies wat Nederland nodig heeft.’
.