Tussentijdse reflectie op verkenning Pagediep - Stimuland

Tussentijdse reflectie op verkenning Pagediep

'Maatwerk kost tijd en vertrouwen moet groeien’

‘Het is een verkenning, geen gebiedsproces’, benadrukt Peter Gelling, programmamanager van de Agenda voor de Veenkoloniën en gebiedscoördinator Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw. We hebben het over project Pagediep, verwijzend naar de beek die stroomt van Stadskanaal naar Onstwedde en het omliggende gebied. Peter is vanwege zijn rol bij de Regio Deal met de Provincie Groningen, Gemeente Stadskanaal en het Waterschap Hunze en Aa’s betrokken bij dit verkennend onderzoek. Sinds de start in april 2021 begeleidt Stimuland dit traject. Peter, betrokken grondeigenaren Harm en Nanne en Stimulanders Linda en Riek reflecteren op het proces tot nu toe. Welke lessen kunnen we trekken uit deze verkenning? 

De noodzaak van een onafhankelijke partij

Het idee om een verkennend onderzoek te doen naar de ontwikkeling van het Pagediep ontstond toen een groep bestuurders door het gebied fietste. Het gevoel ‘hier zouden we wat mee kunnen’ gaf aanleiding om te kijken of grondeigenaren daar ook voor open stonden, en zo ja, wat zij dan zouden kunnen en willen. De noodzaak om een onafhankelijke partij in te schakelen stond buiten kijf. ‘Voor zowel ons als overheidsvertegenwoordigers als voor de mensen in het gebied was onafhankelijkheid nodig’ vertelt Peter. ‘Stimuland kan veel vrijer keukentafelgesprekken voeren en polsen wat er leeft er dan wij als overheid kunnen’. ‘Wij hoeven niks van ze, wij hebben niet die gedeelde achtergrond in het gebied’ legt Riek uit. Ook grondeigenaren juichen de betrokkenheid van een onafhankelijke partij toe. ‘Ik vind het positief dat Stimuland erbij betrokken is’ vertelt Nanne Sterenborg, akkerbouwer en pluimveehouder in Onstwedde. ‘De insteek van eerst ophalen wat er speelt in plaats van direct een plan voorschotelen vind ik goed. Die open houding is voor mij de enige manier’.

 

Neem de geschiedenis mee

Nanne geeft ook een stevige kanttekening. ‘Eerlijk gezegd was mijn eerste reactie toen dit proces startte wel: o, daar gaan we weer. In dit gebied heerst wantrouwen richting overheidsinstanties. Eerder zijn er al pogingen gedaan om plannen te maken en uit ervaring weet ik: als er eenmaal een streep op een kaart staat, komt ‘ie er niet zomaar af’. Melkveehouder en akkerbouwer Harm Migchels vult aan: ‘Als ik een tip mag geven: blind erin stappen kan niet. Neem te allen tijden, bij gebiedsprocessen of wat dan ook, de geschiedenis mee’. Hij gelooft niet in ‘blanco’ een proces ingaan. ‘Het verleden is ook niet blanco’ stelt hij daarover. Nanne stelt: ‘Belangrijker vind ik transparantie. Dat je als overheid durft te zeggen: ‘in het verleden ging de communicatie niet altijd goed. In de toekomst zullen er opgaves komen, maar hier is een kans om met ons mee te denken’. Laat ons maar gewoon weten hoe de vork precies in de steel zit.’

 

Een organisch proces

Dat de verkenning niet ‘van onderop’ gestart is, merk je wel in dit proces, vertelt Linda. ‘Idealiter wil je dat een initiatief start bij boeren of inwoners zelf. Dat is hier niet het geval, daardoor is het soms wat stroever’. Een verkenning als deze geeft wel de ruimte om te onderzoeken wat de wensen en ideeën zijn van grondeigenaren zelf. ‘We benaderen het dan ook als een organisch proces, waarin we flexibel zijn en continu bijstellen op basis van wat we tegenkomen. Je weet van tevoren namelijk niet hoe het gaat lopen’ zegt Riek. De uiteindelijke uitkomst van de verkenning kan nog vele kanten opgaan. ‘Het gemeenschappelijke doel is nog lastig te vinden’ verklaart Harm. ‘Er leven onderling zoveel verschillende visies, dat ik er een hard hoofd in heb dat we op één idee gaan uitkomen voor dit gebied. Het is de vraag of we de neuzen dezelfde kant op krijgen…’.

 

Zoeken naar de energie

In een situatie waarbij er wantrouwen richting overheid bestaat en een duidelijke onderlinge gemeenschappelijkheid ontbreekt, is het de uitdaging om te zoeken naar waar de energie wél zit, vertelt Linda. ‘Uit de keukentafelgesprekken kwamen geen grote ideeën voor het gebied, maar sprongen er wel drie thema’s uit om ‘wat mee te willen doen’: natuurinclusief, recreatie en waterberging. Bij een bijeenkomst met de groep grondeigenaren hebben we daarom onze WaardeWijzer ingezet. Hiermee praatten we in groepjes verder over deze onderwerpen: waar ze trots op zijn, wat zo blijven moet en waar ze mee aan de slag willen. Dáár ontstond enthousiasme: geanimeerde gesprekken en de behoefte om elkaar beter te leren kennen’. Een vervolgstap is dat grondeigenaren eerst in gesprek willen met een coach om individueel uit te zoeken wat ze met hun bedrijf en grond willen. Vervolgens willen ze de inzichten uit deze gesprekken delen met elkaar en mogelijke overeenkomsten vinden. Nanne is blij met deze stap: ‘we staan allemaal voor steeds grotere uitdagingen, als ondernemer zie je de wereld veranderen. Nu het GLB op de kop gaat breekt er ook weer een nieuwe periode aan. Ik hoop wel dat we gezamenlijk iets kunnen oppakken’. Peter Gelling ziet deze stap als een winst: ‘naast de scepsis ontstaat er ook bereidheid om na te denken en te praten. Ik vind het mooi dat gedachtevorming op gang komt en ideeën kunnen gaan leven. We zullen zien waar dat toe gaat leiden’.

 

Maatwerk en tijd

Het uitgangspunt van dit soort verkenningen, of de meer formelere ‘gebiedsprocessen’ is juist ook dat er geen sprake is van ‘one-size-fits-all’. Per gebied spelen talloze aspecten mee, neem de natuurlijke omgeving, de specifieke opgaves, de mentaliteit van de regio en het type ondernemers. Er zal telkens weer maatwerk nodig zijn, want zoals Nanne terecht stelt: ‘hoe een groep boeren in de Achterhoek het oppakt verschilt weer van hier’. En maatwerk kost tijd, beamen alle betrokken partijen. In een sector die zich richt op deadlines en opgaves levert dat een nieuw spanningsveld op. ‘Het moet groeien. Vertrouwen is er niet van de een op de andere dag’ concludeert Linda. Dit is iets waar de gebiedsgerichte aanpak niet omheen kan en waar wij als Stimulanders met beleidsmakers, boeren en andere betrokkenen een weg in zullen moeten vinden. En van de vele wegen die er te bewandelen zijn, zal het hoe dan ook een gezamenlijke moeten zijn.