Column Sander Dekker: EuroParcs is open, Ruinen weet van niets

Ik word nog weleens wakker uit een schimmige droom, waarin ik onder de muggenbulten en met mijn enkels in een laag modder mijn behoefte deed in een emmer, in een weggeregend tentje ergens in Zuid-Frankrijk.
Want wie is er niet mee groot geworden? 4,5 uur in de file staan op de ring van Parijs in een volgepropte auto, onderweg naar een camping in een of ander oord met betere temperaturen.

Op kaart navigeren, daardoor tien keer een afslag missen. Vaders die moeders de huid weer vol schold. Bij elke grote, gele ‘M’ langs de snelweg ruzie met je ouders, want een Happy Meal kon je maar beter in je mik hebben voordat iemand op de achterbank door wagenziekte de hoofdsteun van diegene voor zich onder kotste.

Maar het is makkelijk afgeven op die mindere kanten, want laten we eerlijk zijn: die vakanties waren prachtig. Met wildvreemden innige boezemvrienden worden, om diezelfde kinderen na twee weken weer te zijn vergeten. Medewerkers van animatieteams waarvan je met terugwerkende kracht ineens snapt waarom ze ’s ochtends minder vrolijk waren dan ’s avonds (oorzaak drank). Herinneringen maken die een leven lang meegaan. Kneuterig, maar legendarisch.

Het brengt me bij EuroParcs, onze nieuwe grote vriend, net buiten het dorp. De recreatiegigant die weinig opheeft met dat ‘sukkelen zoals we dat vroeger deden’. Nee, luxe resorts blijken buitengewoon winstgevend. En waar trok door corona beperkt Nederland naartoe de voorbije jaren: Drenthe. Dus trok ’t de portemonnee voor twee parken aan de rand van het Dwingelderveld. Inwoners die langs de route wonen richting een van de parken, zien bijna dagelijks kleine en grote chalets door het dorp worden geperst.

Heel eerlijk, ik zit er een beetje dubbel in. Aan de ene kant biedt het natuurlijk kansen voor Ruinen. Niet alleen meer toeristen in het hoogseizoen, want zo’n EuroParcs-verblijf is in de winter ook lekker warm. Aan de andere kant krijgen we te maken met een internationaal opererend bedrijf met oneindig diepe zakken en een blik vaardige juristen, waarvan je maar moet afwachten of ze over 5 jaar nog ‘het beste voor hebben met ondernemers in het dorp’, zoals dat nu nog wordt verkondigd.

Hoe dan ook is het zaak dat de gemeente en de provincie namens inwoners vinger aan de pols houden, een visie hebben op hoe met deze enorme onderneming om te gaan en met een plan komen voor veilig verkeer. Maar tot mijn grote verbazing, of beter gezegd schrik, weten lokale ondernemers niets, is Dorpsbelangen niet betrokken bij informatievoorziening (laat staan enige zeggenschap) en wordt er nu nog slechts ‘onderzoek gedaan’. Terwijl EuroParcs al een park heeft geopend.

Let wel: wij, de belastingbetaler, huren onze overheid wél voor dit soort zaken in. Om ons Runers aan tafel te houden, om plannen te maken voor de toekomst bij dit soort ontwikkelingen en om EuroParcs scherp te houden en te controleren. Maar tot nu toe niets van dat alles. Ze staan erbij en kijken ernaar. Dat is alsof je een afslag mist onderweg naar een kneuterige vakantie. Wie weet schrikken we er over een paar jaar wel wakker van, met een emmer kak op ons hoofd.

Sander Dekker is rechtbank- & justitieverslaggever bij het Dagblad van het Noorden en woont in Ruinen. Op eigen titel schrijft hij columns. Bovenstaande column verscheen eerder dit jaar in het Ruunder Waopen.